Locatie en geschiedenis

Al meer dan honderd jaar tekent het KNIR voor kwaliteitsonderzoek en –onderwijs in Rome.

Het Instituut is in 1904 opgericht. Het voornaamste doel was toen het bestuderen van de in 1883 door Paus Leo XIII opengestelde Vaticaanse archieven. Die betekenden een ongeëvenaarde bron van informatie over de culturele, politieke en religieuze geschiedenis van Nederland in internationaal verband. Al snel verbreedde het KNIR het werkveld naar andere wetenschapsgebieden, in het bijzonder kunstgeschiedenis, oudheidkunde en archeologie.

Sinds 1933 heeft het Instituut een eigen gebouw, ontworpen door de Italiaanse ingenieur Gino Cipriani en de Haagse architect Jan Stuyt. Het gebouw bevindt zich in de Valle Giulia, een gebied dat tijdens het fascistische regime bestemd werd voor verschillende internationale instituten. Het werd op 29 april 1933 in het bijzijn van Benito Mussolini geopend.

Na de Tweede Wereldoorlog speelde het KNIR een belangrijke rol in het bestendigen van de wetenschappelijke en culturele banden tussen Nederland en Italië. Vanaf begin jaren negentig richt het Instituut zich primair op de academische wereld.

Bij zijn honderdste verjaardag kreeg het KNIR het predicaat ‘Koninklijk’ toegekend. Sindsdien is de dynamiek verder toegenomen: een groeiend aantal studenten, bursalen, cursussen, interdisciplinaire onderzoeksprojecten, congressen, presentaties en debatten.

De geschiedenis van de eerste honderd jaar van het Instituut wordt in detail beschreven in Hans Cools en Hans de Valk, Institutum Neerlandicum MCMIV-MMIV (Hilversum: Verloren, 2004).

Gebouw

Het KNIR is gehuisvest in een statige, neo-renaissancistische villa aan de Via Omero, aan de rand van het Romeinse stadspark Villa Borghese.

Op de begane grond bevinden zich de grote bibliotheek en de kantoorruimten.
Op de eerste verdieping zijn zalen voor onderwijs, lezingen, symposia of culturele evenementen. Hier bevinden zich ook het mini-appartement en het directeursappartement.
Het souterrain biedt ruimte voor cursusgroepen.

De tweede verdieping is geheel als gastenverblijf voor studenten ingericht, met tien kamers en ruime gemeenschappelijke voorzieningen.

Tuin

Een van onze ‘verborgen’ schatten is de tuin, die grenst aan Villa Borghese. Het ontwerp is een vrije interpretatie van klassieke zestiende- en zeventiende-eeuwse tuinarchitectuur. Door het niveauverschil tussen de villa en de tuin is het in feite een boventuin die bestaat uit gazons met een niet te dichte beplanting van vruchtbomen, magnolia’s, heesters, hagen en een rozenpergola.
Vanuit het Instituut is de tuin goed te zien vanaf het balkon op de eerste verdieping, waar de vormen van de formele parterres, die geplant zijn met agapanthus en buxus, zichtbaar worden. Het geheel doet denken aan het type tuin dat sinds de Renaissance wordt aangeduid als giardino segreto.

De tuin is vrij toegankelijk voor bezoekers van KNIR en biedt geheel volgens de Griekse en Romeinse tradities een plek voor contemplatie en discussie in de buitenlucht.

Valle Giulia

Het KNIR bevindt zich aan de rand van het stadspark Villa Borghese in de Valle Giulia. Deze vallei is al ruim een eeuw lang een cultureel centrum van het moderne Rome. Twee van de belangrijkste musea van de stad, het Museo Nazionale Etrusco di Villa Giulia en de Galleria Nazionale d’Arte Moderna, zijn in de vallei gevestigd, op loopafstand van het KNIR.

Andere internationale instituten en academies hebben hun onderkomen gevonden als onze buren: aan de overkant van de vallei het Oostenrijks Instituut, het Japans Instituut en de British School. Direct naast ons zijn de Egyptische Academie, de Belgische Academie, de Roemeense Academie, het Zweeds Instituut en het Deens Instituut gevestigd. Wij werken samen met al deze instituten waardoor de onderlinge uitwisseling van ideeën levendig is.

De recente geschiedenis van de Valle Giulia wordt uitvoerig beschreven in het boek Rome in the World – The World in Rome, geschreven door de Nijmeegse hoogleraar Peter Rietbergen in opdracht van het KNIR ter gelegenheid van de viering van honderdvijftigjaar Italiaanse eenheid.

Sony Dsc

Rome De Stad

Rome

Rome staat al sinds de Oudheid te boek als een stad waar culturen elkaar kruisen en waar reizigers en geleerden vanuit de hele wereld hun communis patria vinden. Die rol neemt Rome nog altijd in, als zelfbenoemde città madre van de Westerse beschaving en pleisterplaats voor tientallen culturele en academische instituten en academies, verenigd in de Unione degli Istituti Internazionali di Storia, Storia dell’Arte e Archeologia a Roma. Al die instituten samen vormen een unieke wetenschappelijke infrastructuur die nergens anders ter wereld te vinden is. Geen enkele andere stad kent zo’n rijke traditie en zo’n brede verscheidenheid van internationale samenwerkingsverbanden als Rome.
Het KNIR speelt een belangrijke rol in deze kruisbestuiving tussen Rome en de wereldwijde academische gemeenschap. Al eeuwenlang komen geleerden en kunstenaars uit de Nederlanden naar de eeuwige stad om zich te laven aan de cultuurschatten en internationale dynamiek van Rome. Gezichtsbepalende cultuurdragers van Erasmus tot Escher verbleven in Rome voor studie en inspiratie.

Het KNIR zet die traditie voort in de eenentwintigste eeuw, en stelt nieuwe generaties in staat om zich in Rome in internationaal verband te ontwikkelen tot geïnspireerde en actieve cultuurdragers van de toekomst.