Satricum weer onder de hoede van het KNIR – Verslag van de opgravingen in de Romeinse villa

In de afgelopen zomermaanden juli en augustus vond voor het 46ste jaar een opgravingscampagne plaatst in het antieke Satricum. Bijzonder aan deze campagne was het feit dat die plaatsvond onder auspiciën van het KNIR. Het Satricum-project is daarmee weer terug bij het instituut waar het ooit begon.

Afb. 1 De Overkapte Resten Van De Tempels Van Mater Matuta Op De Akropolis Van Satricum

Afb. 1 De overkapte resten van de tempels van Mater Matuta op de akropolis van Satricum

In 1977 werden de opgravingen in Satricum gestart onder leiding van de toenmalig vice-directeur van het NIR, Conrad Stibbe. Dit gebeurde op uitnodiging van het Comitato per Archeologia Laziale bij monde van zijn president Massimo Pallottino. Het antieke Satricum – bekend uit antieke teksten en uit Italiaanse opgravingen uit de late 19de eeuw – werd ernstig bedreigd door moderne agrarische activiteiten, reden om de noodklok te luiden. Stibbe werd gevraagd ter plaatse poolshoogte te nemen en te redden wat er te redden viel van deze pre-Romeinse site. En zo geschiedde. In de jaren die volgden werden in samenwerking met de archeologen van de Rijksuniversiteit Groningen grote delen van het antieke Satricum weer in beeld gebracht waaronder de resten van opeenvolgende tempels van de godin van het beginnende leven, Mater Matuta, op de akropolis van de nederzetting. (Afb. 1).

Al in de eerste week van het onderzoek werd in de fundamenten een hergebruikte tufstenen sokkel met de oudste leesbare Latijnse inscriptie ontdekt, de Lapis Satricanus. Onder en rondom de tempels werden diverse hutten gevonden uit de IJzertijd (8ste-7de eeuw v. Chr.) en daarbovenop werden de resten van een groot aantal monumentale gebouwen uit de 6de eeuw v. Chr. blootgelegd. Bij de tempels werden tevens grote votiefdepots gevuld met duizenden votiefgeschenken opgegraven. In het omringende stadsgebied van de ca 50 hectare grote nederzetting kwamen onder de nieuwe wijngaarden de spectaculaire resten van een 6 meter brede processieweg aan het licht over een lengte van circa 600 meter en in een ander deel van dat stadsgebied werden bijna 200 graven ontdekt die konden worden toegeschreven aan de historische Volsken die Satricum aan het begin van de 5de eeuw v. Chr. innamen. Parallel aan het archeologisch onderzoek, vond de ontsluiting plaats van de talloze vondsten die aan het einde van de 19de eeuw in Satricum waren gedaan en grotendeels in de magazijnen van het museum van de Villa Giulia in Rome waren beland. Talloze scripties, proefschriften en publicaties zagen het licht waarbij oude en nieuwe opgravingen werden gecombineerd.

Afb. 2 Het Museum Van Satricum In De Oude Ijzerfabriek

Afb. 2 Het museum van Satricum in de oude ijzerfabriek

Vanwege de pensionering van Stibbe, werd het project in 1990 overgeheveld naar Amsterdam alwaar het sinds die tijd werd beheerd door de Universiteit van Amsterdam en ondergetekende de leiding van Stibbe overnam. De vele bijzondere ontdekkingen werden voortgezet, voortbordurend op de 19de-eeuwse vondsten alsook op die uit de periode van het NIR onderzoek. Er werd een lokaal museum geopend (Afb. 2), een samenwerkingsverband aangegaan met de lokale landeigenaar Casale del Giglio en met de lokale culturele verenigingen en de Gemeente Latina.

Hoewel het antieke Satricum vooral bekend is vanwege de pre-Romeinse resten van de Latijnse en Volskische bewoners, is de aandacht sinds 2019 verschoven naar de Romeinse aanwezigheid in de nederzetting. Op de rand van het hoger gelegen tufplateau waarop de nederzetting is gelegen, bevinden zich de zwaar verstoorde resten van een Romeinse villa die hier in de 1ste eeuw na Chr. werd gesticht en achtereenvolgens vier eeuwen werd bewoond (Afb. 3).

Afb. 3 De Romeinse Villa Aan De Rand Van Het Antieke Satricum

Afb. 3. De Romeinse villa aan de rand van het antieke Satricum

De villa is de afgelopen jaren intensief onderzocht en beslaat intussen zo’n 4000 m2. Zoals kenmerkend voor het gehele archeologisch onderzoek in Satricum, bleek ook de villa uitzonderlijk en onverwacht groot. Reden te meer om met dit onderzoek door te gaan. Vanwege de pensionering van ondergetekende aan de Universiteit van Amsterdam leken de opgravingen na vijfenveertig jaar te moeten worden beëindigd. Het KNIR sprong echter in en redde zo de voortgang van het project. De financiering kon worden veilig gesteld door de nog onder Stibbe ingestelde Stichting Nederlands Studiecentrum voor Latium. En zo kon afgelopen zomer weer een grootse opgraving worden georganiseerd in de Romeinse villa van Satricum.

Afb. 4 Het Voltallige Team Van 2023

Afb. 4. Het voltallige team van 2023

De studentenploeg dit jaar kende, naast Nederlandse deelnemers, zeer veel internationale studenten overeenstemmend met de internationalisering van de archeologieopleidingen aan de Nederlandse universiteiten. Verder deden er ook vier studenten van de Saxion Hogeschool mee (Afb. 4). Hoewel bij aanvang van de campagne nog grotendeels onbekend met elkaar, ontstond er al snel een samenhangende ploeg studenten die zich met veel enthousiasme op de Romeinse resten wierp sommigen vier weken en anderen zes weken. Een grote handicap vormden daarbij wel de ongelooflijke hoge temperaturen die dit jaar zuid Europa teisterden. Met aanpassingen van de werkomstandigheden en vooral dankzij de uitzonderlijke volharding van staf en studenten, kon er toch worden gewerkt en enkele leuke resultaten worden bereikt.

Dcim104mediadji 0058.jpg

Afb. 5. De grote cisterne en aangrenzende waterbassins

Omdat de plattegrond van de villa min of meer compleet is, lag de focus van het onderzoek dit jaar vooral op de diepere lagen onder de villa. Op diverse plaatsen kon de tufbodem waarop de villa is gefundeerd, worden bereikt en werden er oudere lagen aangeboord uit de verschillende voorafgaande bewoningsfasen van Satricum. Direct onder de villa werden midden-Republikeinse resten uit de 3de eeuw v. Chr. aangetroffen en daaronder, direct op de tufbodem, de onmiskenbare resten van de vroege Satricaanse nederzetting uit de 8ste en 7de eeuw v. Chr.

Dcim104mediadji 0050.jpg

Afb. 6. Resten van het hoofdgebouw met badgebouw en aangrenzende ondergrondse latrine

Het zijn spannende ontdekkingen die, zelfs na zo’n lange tijd dat de opgravingen plaatsvinden, getuigen van het belang van de voortzetting daarvan.  Kennelijk was de bewoning van Satricum in de aller vroegste periode van zijn bestaan niet beperkt tot alleen de akropolis zoals tot voor kort werd aangenomen. Het onderzoek van de diepere niveaus dat kon worden uitgevoerd omdat de  vloerniveaus in veel ruimtes zijn verstoord, bood tevens een goede mogelijkheid het rioleringssysteem en in bredere zin het watermanagement van de villa te onderzoeken. Vorig jaar was al een enorm groot waterreservoir ontdekt met een geschat volume van 80.000 liter water waarin vers water van een hoger gelegen bron werd opgevangen om vervolgens de gehele villa van water te voorzien waaronder ook twee latrines en een later aangelegd badgebouw (Afb. 5-6).

Default

Afb. 7. De tufwand met daarin de uitgang van het hoofdriool

Het ondergrondse aquaduct waarin het water voor het reservoir werd aangevoerd, kon dit jaar voor een deel worden blootgelegd. Dat loopt diep, zo’n twee meter, onder het huidig loopniveau en is door de Romeinen dwars door de muurresten van de oudere 6de-eeuwse stad gegraven. Voor de aanleg van de villa bestond heel duidelijk een masterplan waarbij zeer efficiënt gebruik werd gemaakt van de onderliggende tufbodem. Dat geldt zeker ook de afvoer van al het rioleringswater. Aan de noordoost zijde van de villa werd in de steile wand van het tufplateau een bijna manshoge afvoer gevonden, een soort cloaca maxima, die op zijn beurt weer uitmondde in een langs de helling uitgehakt kanaal dat afliep naar waarschijnlijk een beerput (Afb. 7). Het water uit het reservoir werd ook gebruikt voor een thermencomplexje dat in een tweede fase (3de en 4de eeuw na Chr.) aan de villa werd toegevoegd.

De opgraving van de villa is een eind gevorderd, maar zeker nog niet afgerond. Delen van de plattegrond moeten nog worden aangevuld, terwijl constructieve en technische aspecten vragen om verder onderzoek. Hiervoor zijn nog twee jaar ingepland.

Afb. 9

Afb. 9

Default

Afb. 8. Honderden bezoekers tijdens de rondleiding

Aan het einde van de opgravingscampagne werd een rondleiding gegeven voor geïnteresseerden. De interesse was overweldigend. Behalve de lokale dorpelingen en mensen uit de naburige dorpen waren er talloze bezoekers uit Latina, Nettuno en zelfs uit  Rome. (Afb. 8-9).

 

Marijke Gnade, emeritus hoogleraar Archeologie van pre-Romeinse culturen in centraal Italië